De opvang van Venezolaanse vluchtelingen op Aruba en non-refoulement

Algemeen

De situatie in Venezuela wordt met de dag erger. Voorspeld wordt dat een civiel conflict niet lang meer op zich laat wachten. De Arubaanse overheid heeft bij Nederland aan de bel getrokken, maar vooralsnog biedt Nederland geen financiele hulp aan. Wel heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om de Minister van Defensie op te dragen te praten met bondgenoten Frankrijk en Groot-Brittannie over de mogelijke verdediging van de ABC-eilanden (bron: artikel d.d. 6 juni 2018, Antilliaans Dagblad).

Aruba houdt rekening met een toestroom van duizenden Venezolanen indien de situatie in Venezuela ‘uit de hand loopt’ (bron: artikel d.d. 16 maart 2018, Caribisch Netwerk).

De behandeling van asielaanvragen

Het aantal asielaanvragen dat Aruba, Curacao en Bonaire ontvangen is nu nog beperkt.

De procedure op Aruba staat vermeld in het Toelatingshandboek (Toelatingshandboek 2017). De aanmelding geschiedt ten overstaan van de migratie ambtenaar en indien niet mogelijk ten kantore van DIMAS. Na aanmelding wordt de betrokkene gehoord en geevalueerd. Voor de duur van de behandeling van het verzoek tot bescherming kan aan de asielzoeker toestemming worden verleend om zijn aanvraag op Aruba af te wachten. ‘Slachtoffers’ die bescherming wensen moeten het verzoek zoveel mogelijk met bewijsstukken onderbouwen.

Van de drie eilanden ontvangt Curacao de meeste verzoeken. Op Curacao worden asielaanvragen door een speciale commissie beoordeeld. De gevallen die door de screening komen worden doorverwezen naar de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR). (bron: artikel d.d. 6 april 2018, Antilliaans Dagblad). Landen die niet direct bij het VN Vluchtelingenverdrag zijn aangesloten, waaronder de Caribische Koninkrijkslanden, kunnen UNHCR om assistentie vragen. UNHCR beslist dan over de status van de asielaanvragers en of zij beschermd worden onder het VN Vluchtelingenverdrag.

Het VN Vluchtelingenverdrag 1951

Het recht op asiel is neergelegd in artikel 14, eerste lid, van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat luidt: ‘Everyone has the right to seek and enjoy in other countries asylum from persecution’.

Het Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen (‘the Convention Relating to the Status of Refugees’) van de Verenigde Naties, ofwel het VN Vluchtelingenverdrag (1951), is een uitwerking van het recht op asiel.

Het VN Vluchtelingenverdrag geldt voor alle Koninkrijkslanden (en BES)

Nederland is aangesloten bij het VN Vluchtelingenverdrag. Via artikel 40, lid 1, van het VN Vluchtelingenverdrag is het verdrag van toepassing verklaard op Aruba, Curacao, St. Maarten en BES Eilanden.

Het begrip ‘vluchteling’

Niet alle asielzoekers zijn vluchtelingen. Een asielzoeker moet voldoen aan de definitie van ‘vluchteling’ onder artikel 1 van het VN Vluchtelingenverdrag. Als vluchteling wordt o.a. aangemerkt een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren (artikel 1.A, lid 2).

Verdere escalatie van de crisis, beroep op non-refoulement

Thans ontvluchten Venezolanen met name de armoede in hun land. Hoogstwaarschijnlijk zal het aantal asielzoekers explosief stijgen ingeval de crisis in Venezuela escaleert tot politieke achtervolging of misschien zelfs een burgeroorlog. Zoals gezegd houdt Aruba rekening met duizenden Venezolaanse asielzoekers.

De asielzoekers zouden zich dan kunnen beroepen op artikel 33 van VN Vluchtelingenverdrag, dat bepaalt dat de verdragsluitende staten geen vluchteling zullen uitzetten of terugleiden naar de grenzen van een grondgebied waar zijn leven of vrijheid bedreigd wordt op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging.

Het opgemelde vormt de essentie van het internationale vluchtelingenrecht, die doorgaans wordt aangeduid als het beginsel van ‘non-refoulement’, het verbod op terugzending.

Aruba en de andere benedenwindse eilanden doen er goed aan om daarop te anticiperen en alvast de nodige voorbereidingen en maatregelen te treffen.